15 okt Zuid-Turkije – 28 september t/m 6 oktober 2013
28 september.
De Zuid-Turkije groep verzamelt zich in vertrekhal 3 en geeft de bagage af. Er zijn twee nieuwe gezichten bij nl. Tineke Terpstra (zus van Henny) en Marijn Schouwman (goede vriend van Jan10) maar wij moeten Annekee en Jan Tjoeng missen i.v.m. een operatie van Annekee.
De vertrektijd is 14.50 geworden i.p.v. 14.30. In het vliegtuig krijgen wij een lekkere maaltijd van Turkish Airlines. Aankomst 19.20 in Istanbul, iets later dan gepland.
Eerst moeten wij een visum halen voor Eur 15,- en Turkse lira’s pinnen of wisselen en volgt de eerste afdracht voor de pot van 300 lira?s aan Wim de Boer. Het vliegtuig naar Dalaman vertrekt om 21.55 uur. De vlucht verloopt voorspoedig en Ege Akyazililar onze Turkse gids staat ons met Ali de chauffeur in Dalaman op te wachten.
Zij zijn voor sommigen oude bekenden van de reis van vorig jaar. Wij moeten nog een uur rijden naar Fethiye en wij krijgen van Ege een glaasje wijn met Turkse hapjes. Wat een ontvangst!
Olga
Zondag 29 september.
De nacht was kort; maar bij het ontwaken zien we dat het stralend zonnig is. Dat maakt veel goed. Ege, kortgeknipt, vertelt dat het programma wordt veranderd; het schema van Cor wordt voor een deel vanmiddag ‘afgewerkt’. We rijden nu eerst naar de Lycische graven.
De stad Fethiye is op de ruïnes van de Lycische stad Telmessos gebouwd. Tussen het huidige Fethiye en Antalya lag het Lycië uit de oudheid, een federatie van negentien onafhankelijke steden. De oudste vermelding is van Herodotos. Zijn theorie is dat de Lyciërs van Kreta afkomstig waren.
Van de 36 Lycische steden, die door Plinius genoemd worden, zijn 24 door Charles Fellows teruggevonden. Ook Texier (19e eeuw) heeft hier gezocht, zonder resultaat; wel liet hij zijn naam achter op één van de eerste rots graven, die we bezoeken.
Dat ziet eruit als een Griekse tempel met ionische zuilen (in antis) tegen de rotswand aangeplakt. Van dichtbij zien we dat de tempel helemaal uitgehakt is in de rots, ook de ‘bronzen’ deur met alles wat bij een deur hoort, zelfs boven op de tempel een acroterion!
Er zijn verschillende graven, ook op andere hoogten, niet allemaal even gaaf. Wel een indrukwekkend geheel. Mogelijk is deze tempel van de 4e eeuw v.Chr. In het oude Lycië is geen strijd geleverd, maar er is sprake van een bewuste hellenisering van het gebied. Later wordt heel Lycië ingelijfd door de Romeinen. Er zijn ook graven in de vorm van een huis, compleet met balken die uitsteken en een nok op het dak. Als we na ons bezoek aan de rotswand door een dorpje rijden, zien we op een plein zo’n sarcofaag staan en later nog veel meer. Waardoor de Lycische cultuur verdwijnt is onbekend. De inscripties zijn maar ten dele ontcijferd. Ege vertelt: het geheim van de Turkse keuken zit in de paprikapasta die royaal wordt gebruikt. Daar zullen we vaak op getrakteerd worden. We rijden verder richting Kayaköy, het steendorp. Door het vredesverdrag van Lausanne (1923), zijn grenzen toen vastgesteld en ook de uitruil van hele bevolkingsgroepen.
Eén miljoen Grieken terug naar Griekenland en ongeveer een half miljoen Turken terug naar Turkije. De tragiek was dat de Turken die hier naar Kayaköy kwamen van origine vissers waren. Ze waren doodongelukkig en konden niets met het land waar ze terecht gekomen waren. Ze trokken weg. Als we daar aankomen zien we het skelet van een stad, een triest geheel. Alleen de muren staan nog overeind, alle daken zijn weg, soms nog een stuc- laag met wat kleur, blauw of licht terra. Bij de orthodoxe kerk staat een bord: Hij wordt gerestaureerd, over twee jaar hoopt men hem weer in gebruik te kunnen nemen.
Kayaköy en zijn ruïnes staan op de Werelderfgoed lijst van de Unesco. De kerk wordt een trefpunt voor bewegingen voor vrede en nationale verzoening. ‘Vogels zonder vleugels’ een roman van Louis Bernières is gebaseerd op het drama van Kayaköy. Als we daar rondlopen, zie ik de rood-witte markering van de GR! Kate Clow heeft een lange afstand wandelpad hier uitgezet. (Lycian Way).
We strijken neer op een terras en drinken bijna allemaal appelthee of saliethee, heel apart, wel lekker. Daarna weer verder met de bus. Nu rijden we naar de kloof, ideetje van Ege! We komen door een heuvellandschap met rode aarde. De begroeiing bestaat voornamelijk uit pijnbomen en eucalyptus.
In de tuinen zien we veel fruitbomen. We rijden door kleine dorpjes met veel granaatappelbomen en krijgen van Ege het advies om de bekende mix van granaatappelsap en sinaasappelsap (nar) te proberen. In oorlogstijd heeft de bevolking vaak zijn toevlucht gezocht in deze kloof ‘Saklikent’. Ons restaurant ligt heel idyllisch aan een riviertje en wij mogen aan lage tafeltjes liggen. Dit doet denken aan de schildering uit Paestum van de mannen, die het kottabos spel doen in dezelfde positie. Hier hangen ook hangmatten onder de bomen. We krijgen een specialiteit van de streek, Gözleme =Turkse pannenkoek met gehakt en kruiden of met schapenkaas en aardappelen. Bijna iedereen bestelt de nar, deze is écht heerlijk en na dit andere gezicht van Turkije gaan we weer op pad. Als we net vertrokken zijn, rijden we langs een granaatappeltuin en zien onder de bomen een Turkse familie picknicken!
Dit is het eerste deel van het reisverslag. Lees het gehele reisverslag Zuid-Turkije 2013 verder in pdf of ga terug naar het overzicht.